Mag dit zomaar?

Het wordt elke dag gekker. Vandaag werd ik weer geconfronteerd met dit beeld. Stel je voor dat mijn kinderen dit zien. Wat moeten die wel niet denken? Krijg ik straks vragen als: “Papa, waarom wordt u hier een nazi genoemd?” En natuurlijk: “Papa, wat is een nazi?” Als ik kinderen had, dan natuurlijk, dat is logisch, want die heb ik niet.

Maar mijn vrienden dan? Die kunnen ook met vragen komen: “Hej, Tjeer, wat is dit nu, gab? Pik jij dit, dat ze je een nazi noemen?” Zouden ze kunnen zeggen. Als ik vrienden had, dan natuurlijk.

Maar ik heb wel familie! Wat moeten die wel niet denken? Mijn broer Xavier zou kunnen vragen waarom ik mensen aanleiding geef om zo naar mijzelf en de partij te kijken. Als hij nog met me sprak, dan. Wat hij niet doet. Dus dat is wel zo relaxed.

Gelukkig heb ik de partij nog. Mijn goede partijgenoten Gideon, Freek en die andere gast die altijd zo ingewikkeld doet. Mensen die mijn visie delen. En dus nu ook mijn blik.

Pret met oom Adolf

Vet lachen! Deze week hebben we op het partijkantoor een lookalike wedstrijd gehouden. We doen wie er het meeste op Onkel Adolf lijkt. Ja, Freek heeft natuurlijk inhoudelijk al lang gewonnen met zijn prachtige Eigen Volk Eerst speech de afgelopen de week in de kamer. We hebben het hier al over “De DonderFreek” (al moet hij op het gebied van dictie nog wel een en ander leren, want zijn zinnen sterven aan het einde stuk voor stuk een smadelijke dood).

Hoe dan ook, qua uitstraling mag ik toch wel zeggen dat ik de andere heren vér achter mij laat. Die intense blik! De wilskrachtige kin. Het onverschrokken geheven hoofd.

Oh, voor degenen die dit niet kies vinden… rot op man! Dat politiek correcte gedrag hangt mij MIJLENVER de strot uit. Je moet toch ook gewoon een grapje kunnen maken. Over Anne Frank, de Joden in het algemeen en dus óók over Der Führer.