De laatste tijd hoor ik steeds vaker ‘Thierry Baudet is een nazi’, ‘Thierry Baudet is een racist’ of ‘Thierry Baudet is een fascist’. Er is zelfs een Twitter-account van iemand die zich “Baudet is een nazi en dat mag je best zeggen” noemt:
Hoe ziek is dit? Ik moet zeggen dat ik me door dit soort teksten zeer gekwetst voel. Natuurlijk ben ik geen facist of nazi! Het zegt al genoeg dat ik hele goede vrienden heb die ook geen facist zijn. Bovendien, ik maak geen onderscheid tussen zwart en blank, katholiek of moslim, waarbij moslims en katholieken natuurlijk niet eens een ras zijn. Alle gekleurde mensen zijn mij even lief. Ik vind het alleen géén goed idee om die allemaal hierheen te halen. Zodra je dit soort mensen in het Boreale Westen toelaat, gaan ze namelijk allerlei eisen stellen. Ze willen bepaalde heel gewone traditionele etenswaren niet nuttigen. Ze gaan hun eigen gebedshuizen bouwen, ze vallen onze vrouwen lastig en zijn statistisch aantoonbaar bovengemiddeld crimineel aangelegd.
Dat ik dat telkens naar voren breng, is geen racisme maar het benoemen van heel evidente waarheden. Je kunt de Telegraaf niet open slaan of er staat wel een artikel in over Marokkaanse ‘helden’ die het op onze dierbare vriendinnen gemunt hebben. Zo’n beetje elke column van gerespecteerde opinieleiders als Wierd Duk gaat over onze problemen met allochtone werkeloze gelukszoekers die zich niet wensen aan te passen aan de hier geldende Christelijke normen en waarden. Er gaan miljoenen naar de opvang van dit soort gekleurde buitenlanders, terwijl de wachtlijsten voor betaalbare woningen maar blijven stijgen. Nu kun je zeggen: “Dan moet je meer betaalbare woningen bouwen”, maar dat is een schijnoplossing die bovendien ten koste gaat van de winstgevendheid van vastgoedontwikkelaars. Ook gemeenten verdienen minder bij de verkoop van stukken bouwgrond als ze eisen stellen over het realiseren van sociale woningen. Dat kost allemaal klauwen met geld, terwijl het aan de andere kant vanwege de instroom van zogenaamde asielzoekers vanuit de Middellandse Zee dweilen is met de kraan open. Dat mag je in Nederland niet zeggen, helaas, want dan ben je een racist.
Belazerde Kluit
Een van de aanstichters van de nazi-hetze tegen mij als volksvertegenwoordiger is de boven dit artikel geportretteerde Maarten Kluit. Een pluisbaard met een cowboyhoed en een paardenstaart, dus op het eerste gezicht al herkenbaar als totaal van de ratten gebeten mafklapper. Deze mislukte revolverheld huilde eerst met de indianen mee dat ik een nazi zou zijn. Toen dit hem problemen opleverde in de gemeenteraad trok hij zijn woorden terug. Maar toen bleek dat hij sowieso op moest stappen, was ik ineens wél weer een nazi. Wat een weekdier, die Kluit. Weet je hoe dit konijntje in de koplampen van een Hummer zichzelf noemt op Twitter? Niet lachen…
HET GEWETEN DES VADERLANDS
Alsof hij de redder in nood is, de goedmensch aller goedmenschen. Wat een aap zeg! Kijk, als Sylvana Simons mij een racist noemt, dan kun je in ieder geval nog denken: “Ach, ze ziet er in ieder geval lekker uit voor een donkere vrouw van 50. Zo’n primitief type droomt er gewoon stiekem van ooit aan haar haren (of haar pruik) door mij in mijn grot gesleept te worden voor een robbertje nachtgymnastiek op Olympisch niveau. Dat ik alleen val op vrouwen die flink jonger zijn dan ik, frustreert haar.” Maar die Kluit, wat heeft die voor agenda? Wil hij de landelijke politiek in? Heeft hij nog niet door dat één Hans Spekmanachtige genoeg is?
Géén racist dus
Mensen die mij kennen weten dat ik helemaal geen nazi of racist ben. Ik heb zelfs diverse keren een gekleurde vriendin gehad. Geen voortplantingsmateriaal, maar voor tussendoor best prima. Nee, ik moet mij regelmatig grof uitlaten over mensen met een verkeerde huidskleur, omdat mijn achterban dit nu eenmaal van mij verwacht. We zitten nu op virtueel 43 zetels. Dat kan alleen als je steeds maar weer inspeelt op de angsten van de mensen. Jan, Piet, Klaas en Marietje, die Ahmed en Aisha toch nog steeds een beetje eng vinden. Die stemmen straks op mij, dus die moet ik te vriend houden. En als ik maar af en toe wat heftigs zeg, zorgt de bevriende pers er wel voor dat dit groots wordt uitgemeten. Mede met dank aan de ophef van Maarten Struik, Sylvana Simons en Ilja Pfeijffer (ja, Ilja, ook jouw naam staat genoteerd in mijn zwartboek voor als ik straks écht de touwtjes in handen heb. Ik zou lekker in Italië blijven zitten als ik jou was.)